Maagdelijke geboorte Maagdelijke geboorte

Inleiding
Christenen geloven dat het niet Jozef of een andere man was, die Jezus verwekte. Maria ontving Jezus van de heilige Geest. Hij werd geboren uit de maagd Maria. Zo staat dat in het credo, de geloofsbelijdenis. Die baseert zich daarvoor op de evangelisten Mat en Luc.

Mat
In Mat 1: 18 - 25 geeft de evangelist zijn versie van het gebeuren. Het gaat eigenlijk meer om Jozef dan om Maria, die aan hem uitgehuwelijkt is. Zij blijkt zwanger te zijn. Jozef weet dat hij de vader niet is, en wil niet met haar verder. Dan krijgt hij een droom, waarin een engel hem zegt niet met Maria te breken, want haar kind is verwekt door de heilige Geest. Het zal een zoon zijn en Jozef moet hem Jezus noemen, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden. Jozef doet wat de engel hem zegt.

Mat geeft zelf aan waarom dit zo gebeurde. Het staat in verband met een profetie die hij als volgt citeert De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent: ‘God is met ons’.

Het bijzondere van dit citaat uit Jes 7: 14 is, dat het in de oorspronkelijke Hebreeuwse taal om een jong volwassen vrouw ('almah) gaat. Niet per se een maagd. Dat is anders in de latere Griekse vertaling, de Septuaginta. Daar staat wel maagd (parthenos). De evangelist citeert uit deze Griekse vertaling*.

Men denkt daarom wel dat hij dit verhaal zo gecomponeerd heeft, dat de profetie van Jesaja heel precies zou uitkomen. Dat doet Mat wel vaker. Bij de intocht in Jeruzalem bv laat hij Jezus op twee veulens zitten, kennelijk om opnieuw een profetie (volgens dezelfde Septuaginta) heel precies in vervulling te laten gaan. De oorspronkelijke Hebreeuwse versie in Zach 9: 9 heeft één ezel; de Griekse vertaling twee.

Luc
Luc geeft in 1
: 26 - 38 zijn voorstelling van de maagdelijke geboorte. In zijn verhaal draait het juist om Maria, niet om Jozef aan wie ze is uitgehuwelijkt. De engel Gabriël verschijnt haar om te vertellen dat ze zwanger zal worden van een zoon die ze Jezus moet noemen. Deze zal Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en aan zijn koningschap zal geen einde komen. We horen niets van bedenkingen bij Jozef.

Als Maria vraagt hoe dat zou moeten zonder man, is het antwoord 'De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken.' Daarbij verwijst de engel naar Elisabet, haar tante, die men voor onvruchtbaar hield, maar toch op hoge leeftijd zwanger werd en een zoon (Johannes de Doper) ter wereld zal brengen. Maw voor God is niets onmogelijk. (vs 37). Daarop verklaart Maria haar bereidwilligheid. De achterliggende reden die Gabriël geeft is dat het kind dat geboren wordt, heilig zal worden genoemd en Zoon van de Allerhoogste. (vs 35).
 

Verhalen van goden (bv Zeus) die een godenzoon bij een mooie vrouw (bv Europa) verwekken, waren destijds in de hellenistische wereld niet ongewoon. Ovidius verzamelde ze in zijn boek 'Metamorfosen' (begin van christelijke jaartelling). Er zijn uitleggers die de maagdelijke geboorte tegen deze achtergrond verklaren. Maar bevredigend is dat niet: Lucas wijkt beslissend van de hellenistische voorstellingen af, door iedere vorm van sexuele vereniging te vermijden. Hij schrijft de zwangerschap helemaal toe aan de heilige Geest en de kracht van de Allerhoogste.
Als Lucas in 1: 32 Jezus Zoon van de Allerhoogste noemt, dan moeten we dat allereerst in verband zien met Adam, die ook Zoon van God genoemd wordt. Beiden komen in het geslachtsregister voor: Adam als eerste Adam, Jezus als tweede of nieuwe Adam. De evangelist gebruikt een oudtestamentisch-Joodse manier om te zeggen dat God met Jezus een nieuwe schepping begint. Anders dan de eerste zal de tweede Adam Gods wil in alles doen. In die zin is hij de ware Zoon van God. Het zoonschap moet niet in hellenistische zin (Jezus als halfgod, supermens) opgevat worden.
In het vervolg laat Luc nog één keer, in 3: 23, terugkomen dat niet Jozef de vader van Jezus was. 'Jezus ... was, zoals algemeen werd aangenomen, de zoon van Jozef, die een zoon was van Eli, (gevolgd door het geslachtregister uitlopend op Adam).

Mogelijk?
Van deze dingen is het moeilijk te geloven dat ze letterlijk zijn gebeurd. Niet alleen voor mensen van de 21-ste eeuw. Het onmogelijke klinkt al door in de vraag van Maria (Luc 1: 34). In het vroege christendom heeft de maagdelijke geboorte ongeloof, spot en alternatieve verklaringen opgeroepen. De bekendste is wel dat een Romeinse soldaat (Panthera, is de naam een toespeling op parthenos - maagd?) Maria verkrachtte en zwanger maakte. Jezus zelf zou verzonnen hebben dat zijn moeder nog maagd was. Deze verklaring komt van Celsus, een Grieks filosoof uit de tweede helft van de tweede eeuw. Rond 178 nC schrijft hij een boek 'Alèthès Logos' (het ware woord, of de ware leer) waarin hij het christelijk geloof als een achterlijke religie voorstelt. Het boek zelf is verloren gegaan; we kennen het alleen nog uit het verweer van kerkvader Origenes in diens 'Contra Celsum' (Tegen Celsus). Volgens sommigen is de verkrachtingstheorie aannemelijk, maar hoe waarschijnlijk is het dat een verkrachter zijn naam bekend maakt? Of als het geen verkrachting was, dat een Joodse meisje valt op een heidense, vijandelijke soldaat? Niet dus. En later een heel gezin sticht met een Joodse man en haar jongens allemaal namen geeft die aan Israels glorietijd herinneren? (Mc 6: 1 - 6). Nog minder voor de hand liggend. Deze verhalen van Celsus en anderen behoren tot de laster en spot die christenen over zich heen kregen om hun geloof aan een maagdelijke geboorte.
In Joh 8: 41 zeggen Jezus' tegenstanders dat zij geen bastaardkinderen zijn, daarmee suggererend dat Jezus dat wel is.

Om volledig te zijn:  Volstrekt onmogelijk is een maagdelijke geboorte niet. Er bestaat een vorm van ongeslachtelijke voortplanting die parthenogenese heet. Daarbij plant het vrouwtje (XX) zich voort zonder dat er een mannetje (XY) aan te pas komt. De nakomelingen zijn dan ook uitsluitend vrouwtjes. Het komt voor bij oa sommige kevers, hagedissen, salamanders en slangen.

Niet de kern van het geloof
De maagdelijke geboorte geldt in sommige kringen als de toetssteen voor het ware geloof. Wie het niet letterlijk neemt, gelooft niet goed. Daar is toch wel wat op af te dingen:

  • Het is veelzeggend dat in de Paasberichten en eerste credo's in het Nieuwe Testament niets te vinden is, dat op de maagdelijke geboorte wijst.
  • Afgezien van de twee gedeelten bij Mat en Luc vinden we er in het hele Nieuwe Testament niets over..
  • Mc introduceert Jezus als een volwassen man, zonder iets over zijn geboorte en jeugd te vertellen.
  • Paulus en  Johannes leggen dat verband ook al niet, terwijl dat hier en daar toch zeker voor de hand had gelegen.
    • bv in Gal 4: 4 'Maar toen de bestemde tijd gekomen was, zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet...'
    • of in Joh 1: 13 waar de evangelist over de gelovigen schrijft 'zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
      In 1: 46 noemt de evangelist Jezus gewoon 'zoon van Jozef', en in 6: 42 opnieuw.
       

Het zou jammer zijn, dat mensen afknappen op het geloof omdat ze menen dat ze dit per se letterlijk moeten geloven. Als je toch struikelt over het geloof, doe het dan over dingen die echt belangrijk zijn: dat God de Schepper is, dat Hij probeert mensen voor zich in te nemen door Jezus, dat Hij door zijn Geest geloof, hoop en liefde in ons wil wekken, en hemel en aarde zal vernieuwen.
Berkhof houdt het erop dat het geloof in Jezus als de unieke Zoon van God niet berust op het geloof aan zijn maagdelijke geboorte (CG 309). Het is omgekeerd: Mat en Luc hebben geloofden in Jezus als de Zoon van God en hebben op beeldende wijze tot uitdrukking gebracht hoe hij ter wereld kwam.

Betekenis
Voor gelovigen die deze verhalen letterlijk nemen, ligt de betekenis natuurlijk niet in het onbegrijpelijke wonder van Maria's zwangerschap, maar in wat Mat en Luc zo over Jezus te geloven geven:

  • Een profetie die uitkomt? (Mat) > God doet zijn woord gestand. Jezus is de beloofde Immanuël (God met ons)
  • De Zoon van God? (Luc) > Hij is de nieuwe Adam, begin van een nieuwe schepping. Hij verdient geloof, aanbidding en navolging.
  • Hoe kan dat dan? (Luc) > God beschikt over ongekende mogelijkheden om zijn plan te realiseren.
  • De verhalen maken duidelijk dat de verlossing van mens en wereld niet in het verlengde ligt van menselijke inspanningen maar aan Gods initiatief is te danken.

Het aardige is dat deze verhalen dezelfde betekenis hebben voor wie niet in de maagdelijke geboorte niet kunnen geloven.

  • Immers: de profetie die Mat aanhaalt spreekt in de oorspronkelijke taal niet van maagd, maar van jonge vrouw. Dus ook als Maria zwanger is van Jozef, is de profetie in vervulling gegaan en heeft God woord gehouden.
  • Om 'Zoon van God' genoemd te worden, is het niet nodig om uit een maagd geboren te zijn. Adam heet zo. David en andere koningen heten zo. Het volk Israel kan zo genoemd worden.
  • Joh en Paulus nemen eenvoudig aan dat Jezus gebleken is Gods Zoon te zijn door zijn restloze beschikbaarheid voor Gods plan gevolgd door zijn rehabilitatie van Godswege op de Paasmorgen.
  • Ook dan is duidelijk dat de redding van mens en wereld niet aan mensen is toe te schrijven, maar aan God die trouw is aan zijn plan en dat in Jezus ten uitvoer brengt.

Overweging
In de christelijke traditie heeft men geprobeerd deze en andere bijbelse gegeven samen te voegen tot een samenhangend geheel. Dat is de triniteitsleer geworden. Daarin gaat het over God te onderscheiden als God-de-Vader, God-de-Zoon en God-de-Geest, over een goddelijke natuur en een menselijke natuur, over de incarnatie van God-de-Zoon oftewel het aannemen (assumptie) van die menselijke natuur. Dat zou verder gaan dan Jezus' volledige beschikbaarheid om door Gods heilige Geest  bezield te worden - adoptie).

Wie zulke ontologische categorieën snapt, zal 'ontvangen van de heilige Geest en geboren uit de maagd Maria' van harte meezingen. Daar is niets op tegen. Dat is ieder van harte gegund. Maar voor steeds meer mensen is het oprecht niet meer mogelijk in deze termen God en het geloof te beleven. Het is teveel een schuiven met begrippen dan een beschrijving die de geloofservaring dient. Het roept meer vragen op, dan dat het verklaart en ernstiger: is Jezus nog wel onze broeder en metgezel als hij zo ter wereld komt?

Het alternatief is leven van de bijbelse verhalen, ook van deze over de maagdelijke geboorte. Ontdekken hoe het christelijk geloof daarin uitdrukking zocht voor de overtuiging dat we in Jezus met God zelf te maken hebben.

Curiosa
In de Rooms Katholieke traditie is dit geloofsartikel nog verder uitgewerkt: Maria zou haar hele leven maagd gebleven zijn. De broers en zussen van Jezus (Mc 6: 3) zouden neven en nichten zijn, geen kinderen van Maria. Of kinderen van Jozef uit een eerder huwelijk. Het dogma van de onbevlekte ontvangenis doet er nog een schepje bovenop en stelt dat Maria zonder erfzonde ter wereld kwam. Haar ouders zouden ene Anna en Joachien zijn.

* Overigens weet een kerkvader (Justinus Martyr) wel te verklaren waarom de LXX almah (jonge vrouw) met parthenos (maagd) vertaalde. Want het gaat in Jes 7 om een teken. En wat is nu zo opvallend aan een jonge vrouw die zwanger wordt, dat dat een teken zou kunnen zijn? Dat is de gewoonste zaak van de wereld. Maar een maagd die een kind baart, dat is buitengewoon. Dus zal met almah een parthenos bedoeld zijn. Voor een exegese van deze verzen, klik hier.

terug