4 Het premoderne Wereldbeeld
4 Het premoderne Wereldbeeld
Griekenland In de Griekse wereld was de situatie vergelijkbaar met die in het Midden Oosten. Ook hier het mythologische driedelige wereldbeeld van hemelgewelf, aarde en onderwereld. Hesiodus (+/- 700 vC) vertelt in zijn Theogonie dat er eerst de chaos was, dan Gaia - de woonplaats van de onsterfelijken - vervolgens de aarde die de hemel (Ouranos) voortbrengt en draagt, tenslotte de Olympische goden en de bewoners van de onderwereld (Tartarus). De goden maken de mensen. De aarde is weer een platte schijf, met drie werelddelen Europa, Azie, Libië (Afrika), omringd door water. Gedragen Een gangbare theorie onder veel Grieken was, dat de werkelijkheid is opgebouwd uit vier elementen: water, aarde, lucht en vuur. Het zijn deze elementen, muv het vuur, die de zgn natuurfilosofen (vanaf ong. 600 vC) gebruiken voor een antwoord op de vraag waar die platte, brede aarde toch zo onwankelbaar vast op staat. Waarom valt die niet? (Hesiodus) Drijft ze op water? (Thales van Miliete, 624 – 545 vC). Of staat ze op aarde die zich naar beneden toe tot in het oneindige uitbreidt? (Xenophanes, 560 – 478 vC). Of zweeft ze op lucht? (Anaximenes, 585 – 526 C), of samengeperste lucht in een bol waarbinnen de aarde precies als een platte schijf past? (Anaxagoras, 500 – 428 vC). Als vanzelf wijzigt hun wereldbeeld nu in een tweedelig model: met de onderwereld houden ze zich verder niet meer bezig. Zwevend Of staat de aarde nergens op? Dat is de opvatting van Anaximander (616 – 546 vC). Hij meent dat de platte aarde niet beweegt maar zweeft in het midden van een lege kosmos die hij zich bolvormig voorstelt. Want waarom zou de aarde naar links, rechts, voor, achter, boven of beneden bewegen als hij overal precies even ver vanaf is? De aarde heeft geen materiële drager meer nodig. Het wereldbeeld verliest bij hem nog een verdieping: op de aarde staat geen hemelkoepel meer. Die moest wijken voor een vele malen grotere bolvormige kosmos die de aarde onder, boven, voor en achter, links en rechts omringt. Nieuw is ook zijn gebruik van wiskunde (lijn, cirkel, bol, cylinder) om de kosmos inzichtelijk te maken. Bolvormig Tenslotte zou het Pythagoras (570 – 500 vC) zijn, die stelt dat de aarde zelf de vorm van een (niet draaiende) bol heeft. Aristoteles (384 – 322 vC) geeft deze theorie zijn klassieke vorm. In zijn visie bestaat de kosmos uit 35 concentrische schillen of sferen waarlangs de zon, maan, sterren en planeten zich bewegen. De stilstaande aardbol is het middelpunt van de kosmos. Alle dingen die vallen, bewegen naar het middelpunt toe van welke kant ze ook komen. Dus ook aan de andere kant van de bolle aarde vallen de dingen op de grond, niet van de platte aarde af. Hij onderbouwt zijn theorie met waarnemingen van bv de maansverduistering, en wijst op sterren die in het noordelijke landen wel zijn te zien maar in zuidelijke landen niet. Op basis van deze inzichten berekende Erastosthenes (+/- 200vC) de omvang van de aarde correct op ong. 40.000 km. Een ander gevolg: men wist van drie werelddelen aan elkaar, en gezamenlijk omringd door water. Dat water wijzigt nu in een reusachtige oceaan rondom de aardbol: alle zeeën zijn met elkaar verbonden. Mogelijk bevinden zich in die zeeën nog niet ontdekte eilanden en werelddelen. Later zou Ptolemeüs (87 – 150 nC) nog meer argumenten voor de bolvorm van de aarde aanvoeren. Hij schrijft oa dat je varend over zee op een platte aarde eerst kleine bergen in de verte zou zien, die dan langzaam groter worden. Op een bolle aarde zie je eerst de toppen van de bergen en als je dichter bij komt de rest en uiteindelijk de voet van de berg. Wie met een boot reist, weet uit ervaring dat het tweede het geval is. De visie van Ptolemeüs - met zijn andere astronomische werken verzameld onder de titel ‘de grootste ordening’ - Amalgest - werd voor velen de gangbare opvatting tot in de 17-e eeuw. Nieuwe Testament Jezus, de discipelen, de eerste christenen waren allen Joden. Uit hun heilige boek de TeNaCh (Oude Testament) weten ze dat de aarde plat was, de hemel daarboven, het dodenrijk daaronder. Dat is zo vanzelfsprekend dat Paulus en andere nieuwtestamentische auteurs daar niet bij stil staan. Bij zijn hemelvaart gaat Jezus vanzelfsprekend naar de hemel die boven de aarde is gedacht (Hnd 1). Paulus vertelt dat hij in de derde hemel is geweest (2 Kor 12: 2), dwz de hemel der hemelen (de woonplaats van God) voorbij de hemel waar de vogels vliegen en voorbij de hemel waar de sterren staan. In het NT vinden we wel Grieks-Hellenistisch gedachtegoed dat met ‘wereldbeeld’ te maken heeft, zoals de elementenleer (hierboven). En als Paulus schrijft dat ‘Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen.’ (Ef 6: 12) refereert hij aan de schillen of sferen (hierboven) waar de boze machten huizen. Elders noemt hij ‘de machten van de wereld.’ (Gal 4:3) En in Rom 8; 38 heeft hij het over dood, leven, engelen, machten, krachten, heden, toekomst, hoogte en diepte. Kennelijk heeft Paulus die sferen, bevolkt met boze machten, gezien als een adequate voorstelling en benaming voor wat gelovigen doet lijden en waar tegen ze moeten strijden. Hij doet geen moeite om dit wereldbeeld te verbeteren. Hij sluit er eenvoudig bij aan, maar niet kritiekloos. Hij brengt die dingen in verband met God en Jezus Christus. De woorden uit Rom 8 lopen uit op '...wat er ook maar in de schepping is, niets zal ons kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer (Rom 8:39). Dus wat de bijbelschrijvers van Gen 1 doen met het mythologische scheppingsverhaal, dat doet Paulus in het NT: niet bestrijden van het wereldbeeld, maar daarbij aansluiten en die dan met God in verband brengen. Kerkgeschiedenis Als de jonge kerk zich verspreidt over alle landen rond de Middellandse Zee verandert dat. Christenen moeten zich dan ook een mening vormen over het Griekse idee van een bolle aarde. Aanvankelijk stonden ze daar afwijzend tegenover. Maar kerkvaders als Augustinus (354 – 430) vertrouwd met de Griekse filosofie, zeggen dan al, dat het christelijk geloof ook met een bolvormige aarde is te verenigen. De bijbelse verhalen over een platte aarde zouden niet letterlijk, maar metaforisch of allegorisch bedoeld zijn. In de latere kerkgeschiedenis bestaan beide voorstellingen probleemloos naast elkaar. Heliocentrisch De tot nu toe gepresenteerde modellen zijn allemaal geocentrisch: de aarde bewegingsloos in het midden. Was er dan niemand die zich de wereld heliocentrisch voorstelde? Jawel, Aristarchus van Samos (310-230 vC). Maar die opvatting kon vele eeuwen niet op tegen het gezag van Aristoteles en Ptolemeüs. Pas Copernicus (1473 – 1543) publiceert vlak voor zijn dood een boek waarin hij beweert dat de aarde niet stil staat, maar draait om zijn as en om de zon. Als een van de vele planeten is de aarde niet meer het middelpunt van het heelal. In het voorwoord zet de uitgever dat het om een wiskundig model gaat, niet de werkelijkheid. Zo kon het toch zonder al te veel problemen van kerkelijke zijde gepubliceerd worden. Omdat de theorie enkele zwakke plekken heeft breekt die nog niet door. Pas als Galilei (1564 – 1642) een paar van die problemen oplost, komt het heliocentrische model als het meest voor de hand liggende over. In zijn boek ‘Dialogo’ (1632) legt hij voor een breed publiek in de volkstaal, het Italiaans uit dat de zon stil staat en de aarde om zijn as draait. Daar had de wetenschappelijke wereld van die dagen evenals de Roomse Kerk grote moeite mee, die beiden voortbouwden op de inzichten van Aristoteles. De RKK plaatst het op een lijst met verboden boeken, de zgn index. Galilei had al eens een spreekverbod gekregen en krijgt nu 1633 een levenslang huisarrest opgelegd. 'En toch beweegt zij (de aarde)' zou hij bij die gelegenheid gezegd hebben, maar historici kunnen daar geen bewijs voor vinden. Pas in 1835 zou het boek van de index geschrapt worden. Eindelijk in 1992 volgt zijn rehabilitatie. . Het zijn deze ontdekkingen die aan de basis van het moderne, mechanische wereldbeeld liggen. > https://historianet.nl/wetenschap/galilei | ||
terug | ||