Context
Context
We geloven niet in het luchtledige. We zijn mensen van onze tijd. We ademen de tijdgeest in. Elke generatie doet dat. Ook de eerste christenen. Het evangelie draagt dan ook van meet af aan het gewaad van de cultuur waarin het is ontstaan: de Joodse wereld van de eerste eeuw. Tijdgebonden Wanneer we dat historische er van af zouden willen pellen om een zuiver evangelie over te houden, zouden we merken dat we niets meer over hebben. Wie het tijdgebondene van het evangelie wil verwijderen, raakt het evangelie zelf kwijt. Het evangelie is nl iets nieuws in een bestaande situatie, maar dat nieuwe kan alleen maar gezegd worden in oude woorden en beelden van die tijd, van die situatie. Voorbeeld Daarom klonk het toen bv als muziek in de oren dat Jezus hogepriester was naar de orde van Melchisedek (Hebreeën 7). Maar wij, niet meer vertrouwd met tempels, offers en priesters, kunnen dat niet meer meemaken. Eventueel na de nodige uitleg nog wel enigszins met ons verstand en voorstellingsvermogen, maar niet gevoelsmatig. Daarvoor moet je tempelbezoeker zijn, offers brengen, de geuren opsnuiven, de sfeer proeven en bij jezelf registreren in hoeverre offers, tempel en hogepriester je weer met God weten te verbinden. Bij de tijds geloven Wij kunnen ons onmogelijk aan de taal, beeldspraak, logica en denkvormen van dit moment onttrekken. Dat hoeft ook niet. Het evangelie valt in elke menselijke taal te communiceren. In elk geval is dat de belofte die met de uitstorting van de heilige Geest gegeven is. De andere optie - om iedereen die belangstelling voor het evangelie heeft een cursus Joodse cultuur van de de eerste eeuw aan te bieden - is natuurlijk geen alternatief. Het voorbeeld hierboven maakt duidelijk dat dat niet eens echt - tot in de gevoelslagen toe - kan. Christenen moeten niet bekeerd worden tot de geloofsvoorstellingen van toen, maar het geloof in zijn relevantie voor hier en nu leren kennen. Huiswerk De belofte van de Geest ontslaat ons er natuurlijk niet van om het huiswerk te maken dat voor een goede vertaalslag nodig is. We moeten goed weten wat onze cultuur typeert en wat er wel en niet voor ons denken, voorstellen en geloven mogelijk is. Dat bepaalt hoe we erover spreken, wat we eraan beleven en welke praktische gevolgen we eraan verbinden. We komen op de volgende kenmerken uit: secularisatie, immanentisme, autonomie, ietsisme, democratie en postmodern denken. Geven deze kenmerken openingen voor het geloof? Kan het evangelie ergens bij aansluiten? | ||
terug | ||