Evangeliënharmonie
Evangeliënharmonie
Diatessaron De vier canonieke evangeliën hebben wel eens vragen opgeroepen: wie vertelt nu eigenlijk hoe het precies is gegaan? Mattheüs of Marcus of Lucas of Johannes? Er zijn diverse pogingen ondernomen om uit deze vier één evangelie te maken met daarin opgenomen alle of de meest belangrijke onderdelen uit de vier afzonderlijke. Dat werd dan een evangeliënharmonie genoemd. De oudst bekende (ong 170 nC) is die van een vroegchristelijke Syrische schrijver Tatianus. Zijn harmonie kreeg de naam 'Diatessaron' (uit vieren). Heliand Die heeft als voorbeeld gediend voor o.a. de Heliand dwz Heiland of heelmeester. Het is waarschijnlijk geschreven tussen 825 en 850 nC. De onbekend gebleven dichter, mogeljk een monnik, verrichtte zijn werk in het klooster van Werden of Fulda in Duitsland. Hij deed dat in opdracht van Lodewijk de Vrome, de zoon van Karel de Grote. Deze wilde dat de bijbel voor de pas bekeerde Saksen in de volkstaal beschikbaar kwam, dat is het oud-Saksisch dat in Overijssel en Noord Duitsland gesproken werd. Dan kon die gelezen worden door mensen die alleen het Saksisch beheersen: kloosterleerlingen en adellijke lieden. Dus niet niet alleen door geleerden in de kloosters die Latijn kennen. De bijna 6.000 regels, 71 hoofdstukken, van dit gedicht zijn in de vorm van het oud-Germaanse alliteratievers. J. van Vredendaal (2007) heeft een geslaagde poging ondernomen om de Heliand met behoud van zinsopbouw, ritme, klemtonen en alliteratie of stafrijm te vertalen. Bv Hoor nu hoe snel de snode koning / de woorden der waarzeggers aan de wijzen doorgaf. (630v)
Met zijn discipelen trekt Jezus als een Saksische vorst met 12 gezellen rond van burcht tot burcht. Vaak heet hij de allerkrachtigste koning. Vijf indrukwekkende wonderen vertelt de Heliand, evenals vijf gelijkenissen. Een relatief groot deel wordt gevormd door de ethische aanwijzingen van de Bergrede. De strekking daarvan – meer dan het gewone – blijft grotendeels bewaard. Je vijanden liefhebben staat er onverkort in. Dat zal op de pasbekeerde Saksen diepe indruk gemaakt hebben. Het komt op de praktijk van het nieuwe leven aan, op het doen. Aan de vruchten kent men de boom. Speciale aandacht krijgen doop, avondmaal en de uitzending van de discipelen. De reden daarvoor is duidelijk: de a.s. zendelingen in het klooster moesten geïnstrueerd en bemoedigd worden. Hun beloning en die van alle gelovigen is niet alleen een toekomst in de hemelen, maar ook goddelijke bescherming in het heden. De hemelse toekomst wordt materialistisch aangeduid als loon, schat, fortuin, bezit De tegenspeler van Jezus is satan, bijgestaan door zijn engelen. Als satan beseft dat Jezus door zijn dood de mensen zal redden van de verdoemenis in het dodenrijk, probeert hij het zo te sturen dat Jezus toch niet zou sterven. Hij geeft de vrouw van Pilatus in een droom te kennen dat Jezus onschuldig is. Maar zijn plan mislukt. De dood van Jezus betekent het leven van zijn mensen. | ||
terug | ||