Pasen, Hemelvaart en Pinksteren Pasen, Hemelvaart en Pinksteren
De dag van de Opstanding luidt - volgens de evangelisten - het begin in van een aantal bijzondere gebeurtenissen.  
  • Er is een periode dat de Opgestane Heer aan zijn leerlingen verschijnt
  • Er is een dag dat Hij van hen afscheid neemt om naar de hemel te ga
  • Er is een dag dat zijn discipelen de Geest ontvangen.

Maar elk van de evangelisten stelt dit weer anders voor:


Mc heeft niets van dit alles
Het evangelie naar Mc houdt op in 16: 8. Er zijn enkel drie vrouwen die het open graf zien en daarin een engel die tot hen spreekt. Er is geen verschijning, hemelvaart of gave van de Geest. Deze sobere vertelling is later aangevuld met 16: 9-20 waarin we allerlei elementen uit de andere evangeliën herkennen. De oudste handschriften hebben deze aanvullingen niet. Vandaar dat dit gedeelte in de NBV tussen haken staat.


Mat: alleen verschijningen
Mat vertelt dat de vrouwen de Opgestane Heer in de buurt van het graf ontmoeten. (Mat 28: 9). De elf discipelen gaan naar een berg in Galilea. Daar verschijnt hun Jezus. Hoeveel dagen dat na de Paasmorgen is, vermeldt Mat niet. Jezus geeft hun de zendingsopdracht. Er volgt geen hemelvaart en evenmin de gave van de Geest.


Luc: twee versies
In het evangelie vertelt Lucas van verschijningen op de Paasdag. In de avond van diezelfde dag zegent Jezus zijn discipelen en neemt afscheid van hen. De gave van de Geest vertelt hij in deel twee van zijn werk: De Handelingen der Apostelen. Daar is het afscheid een hemelvaart (Hnd 1: 9) evenens op dag 1 (niet na 40 dagen > Hemelvaart). De komst van de Geest volgt 7 weken later op de Pinksterdag (Hnd 2: 1vv).


Joh: Pasen en Pinksteren op één dag
Joh vertelt van diverse verschijningen in Joh 20 en 21. Een afscheid en hemelvaart worden niet als gebeurtenis verteld. Maar Jezus heeft wel over verhoogd worden gesproken in Joh 13-17. Als hij verhoogd wordt aan het kruis om te sterven is dat in de visie van Joh zijn hemelvaart. De gave van de Geest gebeurt op de avond van de eerste Paasdag als Jezus op zijn discipelen blaast (Joh 20: 22).


De rest van het NT
In de brieven van Paulus en anderen en in Hebr is het duidelijk dat zij zich Jezus in de hemel voorstellen en dat zijn Geest gekomen is. Maar over een hemelvaart of een uitstorting van de heilige Geest schrijven zij niet. Over verschijningen spreekt alleen Paulus (1 Kor 15: 8; Gal 1: 16, evt Filip 3: 12) maar hij geeft niet aan hoe dat ging. Wij denken wellicht aan de beschrijvingen in Hnd 9, 22 en 26, maar die zijn van de hand van Luc en passend bij wat hij vertelt in Luc 24 en Hnd 1.

Het lukt niet al die uiteenlopende voorstellingen in elkaar te schuiven om er een passend geheel te maken. Daarvoor zijn de verschillen te groot. Een voorlopige conclusie moet zijn dat de evangelisten elk op hun eigen manier hebben geprobeerd de consequenties van de Opstanding beeldend tot uitdrukking te brengen. Het heeft geen zin om bv Mattheüs op z'n Johannes uit te leggen. Het levert meer op om elke evangelist vanuit het geheel van zijn evangelie te interpreteren.


We komen verder als we bedenken

  • Dat de evangelisten zich de opstanding van Jezus niet voorstellen als het opnieuw tot leven komen van zijn stoffelijk overschot. De Opgestane Heer leeft en verschijnt in een nieuwe bestaanswijze: nog steeds herkenbaar, maar van ander dan aards materiaal. Dat is zeker bij Joh zo, waar Jezus verschijnt in een ruimte waar de deuren op slot zijn (Joh 20: 19. 26). Maar ook Mat moet dat gedacht hebben gezien het slotwoord 'Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld (Mat 28: 20).

  • Dat de evangelisten gedacht zullen hebben dat Jezus als een rechtvaardige en martelaar direct na zijn sterven door God bij zich in de hemel is opgenomen. Dat blijkt bv uit Luc 23: 43 waar Jezus tot de moordenaar aan het kruis zegt: 'heden zul je met mij in het paradijs zijn'. Voor Mat, Mc, Luc en Joh is er dus geen noodzaak een hemelvaart te vertellen. Dat Luc dat toch doet, heeft theologische redenen.

  • Dit betekent (in de voorstelling van de evangelisten) dat de verschijningen van de Opgestane Heer op de Paasmorgen en daarna verschijningen vanuit de hemel zijn.

  • Lucas, die zich zo heeft bezig gehouden met het verloop van tijd en de perioden van de geschiedenis, heeft het Paasgebeuren uitgerekt tot een periode van 7 weken. Eerst is er een periode van 40 dagen met verschijningen. Op dag 50 is er de uitstorting van de Geest. De hemelvaart is op dag 1 (niet dag 40). Dit schema is de creatieve compositie van Luc en is bepalend geworden voor de feestkalender van de kerk. (> Hemelvaart) (>Pinksteren). Het stelt de kerk in staat de rijkdom van het geloof over meerdere feestdagen uiteen te leggen en te behandelen. Rond Pasen Gods rehabilitatie van de lijdende rechtvaardige en martelaar die Jezus was. Met hemelvaart het koningschap van Christus. Met Pinksteren de komst van zijn Geest.

Interpretatie
Bovenstaande is een literaire benadering van de paasverhalen, bedoeld om te begrijpen hoe de evangelisten zich een en ander voorstelden en wat ze met hun paasverhalen wilden duidelijk maken. Duidelijk is dat zij allen op hun eigen manier  Pasen en wat daarop volgt voorstellen als historische gebeurtenissen. Hun vertellingen zijn geen poëzie of metafoor of gelijkenis, maar zijn bedoeld als berichten over dingen die echt gebeurd zijn. Ze hebben de vorm van geschiedenis.
In de tijd dat de evangelisten schreven werd wel vaker verteld van engelen, een dode die leeft (Lazarus) en een hemelvaart (Elia), ook buiten Israël. Weliswaar beschouwde men deze dingen als uitzonderingen, maar ze waren voorstelbaar in het wereldbeeld dat de mensen erop na hielden.
Die tijd ligt inmiddels ver achter ons. We weten dat het heelal eindeloos groot is, en een hemel is daarin niet te vinden. Als de krant zou berichten van iemand opgestaan uit de dood, zouden we het niet geloven en waarschijnliijk ons abonnement opzeggen. Verschijningen zijn nog wel voorstelbaar: iemand die rouwt om een geliefde, kan soms het gevoel hebben dat hij of zij er nog is. Maar we weten ook dat de overledene niet echt (even) terug is. Zulke verschijningen zijn psychische indrukken: levendige  herinneringen of wensdromen.
In onze tijd zullen we de berichten van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren moeten interpreteren. Een mogelijkheid om er toch realilteitswaarde aan toe te kennen, is om de hemel - het huis of paleis van God - op te vatten als het verborgene. Zoals het doek van een schilderij nergens te zien is, maar toch heel het schilderij draagt, zo draagt God onzichtbaar, verborgen heel de werkelijkheid. In dat verborgene, de hemel, is Jezus bij zijn dood opgenomen. Vanuit dat verborgene verschijnt hij een tijdlang aan zijn volgelingen. Geleidelijk aan  houden de verschijningen op om plaats te maken voor een nieuwe aanwezigheid van Jezus bij zijn volgelingen: in de Geest, die ook vanuit het verborgene komt.
 

terug