Stadskerk - praktijkervaringen Stadskerk - praktijkervaringen

Zware last
Monumentale kerkgebouwen kunnen een zware last voor de gemeente vormen. De kosten voor onderhoud en verwarming lopen door de jaren heen op, terwijl de inkomsten vanwege dalende ledentallen en afnemende betrokkenheid onder druk staan. In tal van gemeenten werden daarom zulke grote kerkgebouwen afgestoten, gesloopt of in een stichting ondergebracht.

Financiëel uitputtend
Vanwege de emotionele betrokkenheid van gemeenteleden bij hun kerkgebouw liggen besluiten over afstoten, al dan niet terughuren, herbestemming of slopen enz. heel gevoelig. Dan kan de bezinning en besluitvorming over het kerkgebouw jaren duren en ondertussen ten koste gaan van de financiële reserves. Vb: de Broerenkerk in Zwolle kon - na vele dure jaren van overleg, onderzoek enz. - tot groot verdriet van de gereformeerde bond niet voor kerkdiensten behouden blijven, en is nu boekhandel. Achteraf zeg je dan: weggegooid geld.

Emotioneel uitputtend
Hetzelfde proces vraagt ook veel van de gemeenteleden. Het is niet gemakkelijk zo'n proces in de hand te houden. Als de uitkomst van zo'n jarenlang proces is, dat het kerkgebouw niet kan worden aangehouden, is men emotioneel uitgeput. Kortom: Houd het proces beperkt tot enkele jaren (maar maak er geen haastklus van).

Stichting
Een monumentaal gebouw onderbrengen in een stichting is aantrekkelijk omdat er dan subsidies beschikbaar komen voor het onderhoud. Die subsidies zijn er niet of nauwelijk zolang de kerk nog in eigendom is van de kerkelijke gemeente. Reden: de overheid is in principe neutraal en financiert geen kerkelijke activiteiten. De subsidies zijn maximaal als de kerkelijke gemeenschap op zo groot mogelijke afstand tot de stichting staat, dwz niet als zodanig in het stichtingsbestuur is vertegenwoordigd.

Gedoogd
In dat geval huurt de kerkelijke gemeente een of meer dagdelen de kerk terug van de stichting. Een ervaring is dat de stichting soms een heel eigen idee heeft bij de exploitatie van het kerkgebouw (kunst, toneel, muziek) en vindt dat kerkdiensten eigenlijk niet in het concept passen. De Groote Kerk in Zwolle kreeg bv een andere naam (Academiehuis) en kerkdiensten staan op de website van het Academiehuis niet meer vermeld. Daarvoor word je doorverwezen naar een andere site met de naam 'Michaëlsvieringen'.
De kerkelijke huurders zeggen het zo: 'vroeger hadden we een huis, nu worden we gedoogd'.

Afspraken
In zulke gevallen is het belangrijk zeer heldere afspraken te maken tussen exploitant - stichting en de kerkelijke gemeente - gebruiker. Dat kan voorkomen dat de kerk op zondagmorgen naar bier stinkt vanwege een feestavond in de nacht van zaterdag op zondag. Omgekeerd kan het bevorderen dat moderne kunst tijdelijk verwijderd wordt als er in de kerk een uitvaartdienst gehouden wordt. (Schiedam)

Dit betekent voor Höftekerk annex Schakel dat de PGHH die wel in een stichting kan onderbrengen mits de afspraken voor het kerkelijk gebruik maar heel duidelijk zijn. Vanuit financiëel oogpunt loopt de PGHH dan de minste risico's.

Vanuit het oogpunt van kerkelijk gebruik lijkt het veiliger om deze locatie in eigen bezit en beheer te houden zolang de financiële middelen het toelaten.

Professioneel
Laat het programma-aanbod voor een cultureel programma in een stadskerk over aan professionals. De concurrentie van theater, musea, concertgebouwen is te groot (personeel, deskundigheid, geld) om die met goedwilllende vrijwilligers uit de gemeente aan te kunnen.

Als het niet lukt
Niet altijd is het mogelijk een stichting op te richten om een kerkgebouw over te nemen. In Kampen lukte het wel voor de Burgwalkerk, maar voor de Bovenkerk wist men (nog) geen mensen te vinden. Dat zal te maken hebben met het prijskaartje dat er aanhangt ivm onderhoud-herstel.

Dit zou een overweging kunnen zijn om de Stephanuskerk over te doen aan een ander kerkgenootschap of in een stichting onder te brengen. Want waarom zou je een kerkgebouw aanhouden als je dat niet nodig hebt? Op z'n best weet je die kosten-dekkend te verhuren. Als je pech hebt, lukt dat niet en lopen de onderhoudskosten op met alle risico's van dien.

Afstoten
Soms kan een kerk een commerciële bestemming krijgen: Boekhandel Waanders zit in de Broerenkerk, in de Bethlehemkerk zit een sushi restaurant, in het refter (eetzaal) 'Stadscafe het Refter' (alle in centrum Zwolle).

Met één verder
In Almelo koos men ervoor alle kerkgebouwen (jong en oud) af te stoten op één na: de Grote kerk Almelo wordt her-ingericht als kerk voor de toekomst. Uit onvrede met de gemeente-visie (stadskerk) splitste één van de wijkgemeentes zich af om een 'gemeente van bijzondere aard' te vormen (De Ontmoeting). Hoe lang die zichzelf kan bedruipen is onzeker.
In Apeldoorn stootte men meerdere kerken af, om uit de opbrengst een nieuw gebouw te kunnen financieren.

Slopen
Soms zit er niet anders op dan sloop van het kerkgebouw. Dat gebeurde 1965 met de RK St Michaëlskerk te Zwolle, en vele honderden in het land. In colleges van BenW is om die reden een zgn kerkenvisie opgesteld: een begin van beleid mbt overbodig geworden kerkgebouwen. Want het aantal kerken dat gesloopt moet worden, of een herbestemming zal krijgen loopt nog steeds op.

Centraal of in de wijk
Sommige taken van een kerk kunnen het best in de wijkgemeente plaats vinden: eredienst, diaconaat, vluchtelingenwerk, contact moslims. Want de doelgroep is daar ook. Andere taken vinden het best centraal plaats: jeugd en jongerenwerk, vorming en toerusting. Want de doelgroep wil daar zijn waar de actie is: het centrum.

Voor grote steden als Zwolle met nieuwbouwwijken als Stadshagen (> 26.000 inwoners) zal dat zo zijn. Voor het veel kleinere Hardenberg (ongeveer 20.000 inwoners in de kern, postcode 7771-7773) kan wellicht alles in het centrum worden ondergebracht. Vanuit de nieuwbouw en Heemse is het maar even op de fiets.

Rol predikanten
Het is verstandig als de predikanten zich zo veel mogelijk neutraal opstellen en bij de besluitvorming over de kerkgebouwen zich onthouden van stemming. Het is beter dat zij onpartijdig blijven om (1) het proces af en toe van een kritische vraag te voorzien en (2) om pastor te kunnen zijn voor die gemeenteleden die verdriet en moeite hebben met het afstoten van 'hun' kerkgebouw.

Zie ook: zie ook: het kerkgebouw en stadskerk? en spiegelverhaal.

Dit artikel is onderdeel van een verslag dat ik maakte nav een cursus ‘gebruik van het historische kerkgebouw’ in mei 2022. Ook aangeboden aan de AK en geagendeerd voor de bespreking van 30 mei 2022.

terug